Geschiedenis
“…er is zo ontzaglijk veel mogelijk. Ik wou dat de beeldende kunst eens echt gebruik ging maken van al die mogelijkheden die er zijn, omdat al die mogelijkheden uiteindelijk moeten voeren naar het ombuigen van de mentaliteit, naar een groter kritisch bewustzijn, een ombuiging die uiteindelijk afwendt van het destructieve en die zich richt naar het konstruktieve en kreatieve…anders is er geen survival…” (Livinus, 1978)
1947 – 2015 | Van Vrije Academie en Psychopolis tot GEMAK
Marie Jeanne de Rooij
De Vrije Academie werd opgericht in 1947, en bestond in 2015 dus 68 jaar. In dat laatste jaar alleen in de actieve vorm van GEMAK. Met de sluiting van GEMAK en de liquidatie van de stichting kwam een eind aan een roemrucht instituut, een vrijplaats waaraan vijf directeuren voor mij aan het roer hebben gestaan: Livinus van de Bundt (1947 – 1964), George Lampe (1964 -1982), Frans Zwartjes (1983 – 1988), Bob Bonies (1988 – 2001) en Ingrid Rollema (2001 – 2009).
Livinus van de Bundt (1909 – 1979), de oprichter en allereerste directeur van de Vrije Academie, ontwikkelde zich als graficus uiteindelijk tot een lichtkunstenaar avant-la-lettre. Kenmerkend voor de kunstenaar en idealist Livinus, altijd op zoek naar nieuwe ontwikkelingen in de kunsten, is het volgende citaat, dat vooralsnog terug te vinden is op de glazen wand van het GEMAK-kantoor: “…er is zo ontzaglijk veel mogelijk. Ik wou dat de beeldende kunst eens echt gebruik ging maken van al die mogelijkheden die er zijn, omdat al die mogelijkheden uiteindelijk moeten voeren naar het ombuigen van de mentaliteit, naar een groter kritisch bewustzijn, een ombuiging die uiteindelijk afwendt van het destructieve en die zich richt naar het konstruktieve en kreatieve … anders is er geen survival… “ (Livinus, 1978).
De kunstenaar George Lampe (1921 – 1982) is vooral bekend geworden als de aanjager en voorman in de hippe Psychopolis-tijd van de academie. Hij was ook de echtgenoot van de journaliste Bibeb (pseudoniem van Elisabeth Maria Lampe-Soutberg, 1914 – 2010) – wie kent haar niet! / wie kent haar nog? – die jarenlang veelgelezen en toonaangevende Vrij Nederland interviews schreef. Een mooi beeld over deze Lampe-periode geeft de fascinerende ‘andere tijden’ documentaire die de VPRO destijds over het Psychopolis fenomeen maakte. Saskia Gras (*) beschrijft in het artikel hieronder, De Haagse Vrije Academie, de invloedrijke en nog altijd tot de verbeelding sprekende Livinus– Lampe periode van de Vrije Academie.
Frans Zwartjes (1927), die met zijn experimentele films wereldberoemd werd en nog steeds is in de underground filmscene, was directeur tijdens de roerige post-Lampe periode. Geen managerstype maar wel een intuïtieve visionair. In een tijd waarin de verzakelijking van kunst en maatschappij zijn intrede deed, kwam het instituut met Bob Bonies (1937) weer met beide benen op de grond, opererend overeenkomstig zijn werkwijze als kunstenaar: helder, compromisloos en uitgesproken.
Ingrid Rollema ging om de Vrije Academie te redden, want in de 68 jaar van haar bestaan is dat voor de academie een constante factor gebleven –pieken en dalen zowel wat succes als subsidie betreft -, vernieuwingsdrift niet uit de weg met o.a. het aanbieden van een post-academische opleiding en de samenwerking met het Gemeentemuseum resulterend in GEMAK. Ook na haar directeurschap blijft Rollema vernieuwing opzoeken in haar werk waarin ze vaak de politiek-activistische mogelijkheden onderzoekt van de kunst.
De Vrije Academie is nooit een stilstaand water geweest, maar altijd een communicerend vat met de buitenwereld, met wat zich daar afspeelde of aan het ontwikkelen was. Deze vrijdenkende voorgangers gaven daar ieder op geheel eigen wijze richting aan en gelukkig onderling zeer verschillend in aanpak, temperament en visie.
De periode na 2009 was gericht op het kritisch herijken en profesionaliseren van de missie – kort samengevat: denken-maken-tonen – van de Vrije Academie met als drie pijlers de Werkplaatsen, DNA, de post-academische ateliers en GEMAK, de tentoonstellingsruimte die de typrende invalshoek, de link kunst-politiek-samenleving, van de Vrije Academie een podium bood.
Alhoewel dat proces volgens planning op goede koers lag voor de toekomstgerichte ambities, kwam er met het advies Haagse Nieuwe, Het Meerjarenbeleidsplan Kunst en Cultuur 2013 – 2016 van de gemeente Den Haag, een dramatische kink in de kabel: een vermindering van meer dan 75% op de subsidie. Belangrijke kernactiviteiten,“volwasseneducatie” in de kunsten, oftewel Werkplaatsen en DNA, werden niet langer als subsidiabel gezien. Het betekende saneren en rigorous inkrimpen waarbij alleen de tentoonstellingsruimte GEMAK als actief onderdeel overeind kon blijven.
GEMAK slaagde ondanks de toegebrachte blessures erin om de continuiteit van een gevarieerd en kwalitatief hoogwaardig artistiek programma te blijven realiseren. GEMAK moest echter de harde realliteit onder ogen zien na ruim drie jaar onafgebroken balanceren, want het redden uit het verleden, bleek in het huidige politieke klimaat een uitzichtloze overlevingsoperatie geworden. Directie, team en Raad van Bestuur konden niet anders besluiten dan stoppen met vruchteloos strijden.
Wat we als instituut achterlaten is een unieke, rijk geschakeerde geschiedenis met een invloedrijke culturele betekenis voor de stad Den Haag, waaronder vernieuwing in het academisch kunstonderwijs en het kunstenaarschap in Nederland. Ons instituut was nooit bevreesd voor het ongewisse, en zag en ziet de toekomst juist als een uitdaging voor de kunsten om het verschil te maken! Daarom neemt GEMAK afscheid in GEMAK stijl nog altijd in de geest van de Vrije Academie beginselen met het vieren van het belang van kunst en kunstenaarschap voor samenleving en politiek.
Namens de Raad van Toezicht, en het team van GEMAK dank ik alle kunstenaars, collega’s en het publiek die GEMAK waar mogelijk steunden, waardeerden en genoten, en die gelukkig doorgaan met waar ze goed in zijn: kunst maken, kunst zichtbaar maken en kunst genieten.
Marie Jeanne de Rooij
directeur GEMAK | Stichting De Vrije Academie voor Beeldende Kunsten (2009 – 2015)
(*) Saskia Gras is kunsthistorica en werkt momenteel aan haar proefschrift, Vrijplaats voor de kunsten – De Haagse vrije academie 1947-1982, dat zij in 2016 hoopt af te ronden. Voor haar onderzoek heeft ze o.a. gebruik gemaakt van het archief van de Vrije Academie. Dit archief verhuist binnenkort naar het Gemeentearchief Den Haag, waar het geducumenteerd en bewaard wordt voor het nageslacht en op aanvraag ingezien kan worden voor verder onderzoek.
- Klik hier voor meer informatie over Saskia Gras’ onderzoek –