[ 20 jan - 5 februari 2005 ]
Aldert Mantje & Paul Versteegh
Over de schilderijen van Paul Versteegh
De eerste Surrealistische kunstenaars zochten een tegenwicht voor het positivisme van de materialistische modernistische tijdgeest: geldzucht vermomd als vooruitgangsgedachte, die erop gericht is om alles in de buitenwereld vanuit een economisch standpunt te bekijken. Aan het begin van de twintigste eeuw zetten de Surrealisten vraagtekens bij rationele productiemethodes, overconsumptie en aantasting van de natuur.
De Surrealisten zetten vraagtekens bij bovengenoemde verschijnselen en wilden daar een meer intuitieve en minder verstandelijke geest tegenover zetten. Hierdoor en de noodzakelijk geachte creatieve inbreng van kunstenaars de zich vrij dienen te houden van doelmatigheid en prestatiegerichtheid kan een betere maatschappij ontstaan.
Versteegh voelt verwantschap met dergelijke idealen van de Surrealisten. Met instemming citeert hij Breton die stelt dat: de verlammende en destructieve krachten,die vanuit de buitenwereld op de kunstenaar inwerken en hem dreigen te verlammen, kunnen worden gecompenseerd door het plezier in het uitwerken van ideeën, het concrete schilderen.
Versteegh: Mijn schilderijen kenmerken zich door een zekere onoverzichtelijkheid. Dat komt, door de kleur en het associatieve en spontane karakter waarmee ze ontstaan. Maar niet alleen via de Fantasie, die voor de Surrealisten reden was voor de uitspraak: de Kunst ligt niet meer Buiten ons maar In ons. Ook via Schetsen van mijn omgeving ontstaan mijn schilderijen. Moge in dit korte tijdsbestek Iets beklijven voor de Kunst en Maatschappij.
Paul Donker Duyvis